Notice: Undefined index: HTTP_REFERER in /var/www/clients/client22378/web21799/web/tracker.php on line 4

Pereboom & Leijser

TON REIJNAERDTS AUDIO PRODUCTIONS FOTOGALERIJ

 

Theo Pereboom en Jean Leijser

 

 

Amstenrade

Pereboom & Leijser,   de bekende orgelbouwers die in de negentiende eeuw (tussen ca.1850 en 1899) in Maastricht hun standplaats hadden, zijn zeer productief geweest tijdens de periode van hun samenwerking, welke bijna een halve eeuw lang geduurd heeft. Willem Theodoor Pereboom werd geboren te Maastricht op 20 juli 1828. Hij leerde Johannes Josephus Leijser (geboren te Huissen (B) op 1 januari 1820), kennen bij de Brusselse orgelbouwer Hypolite Loret,alwaar beiden werkzaam waren. Van de samenwerking van beide compagnons in de vroege jaren is weinig bekend, daar men slechts kan putten uit bronnen als plaatselijke kranten en orgelbeschrijvingen (van o.a. Gregoir). Van die dagen dateren o.a. de orgels van Heer bij Maastricht (in een oude kas, met gebruikmaking van ouder materiaal); Kesselt (B); Breust-Eijsden; het verbrande orgel van de St. Servais in Luik; de St. Jan in Tongeren, verder Klimmen, Neeritter, Gors Opleeuw (B), alsook de restauraties van de orgels van o.a. de Lutherse Kerk te Maastricht; Voerendaal en Veldwezelt (B). Vanaf 1866 hebben wij de beschikking over gedetailleerde gegevens daar er een kasboek bewaard is gebleven van de firma met vermelding van alle vanaf dat jaar nieuw gebouwde orgels alsook restauraties, schoonmaakbeurten, stembeurten, etc.

Belangrijke orgels van die tijd zijn die welke zich bevinden in het gebied van Nederland/Belgie in: Amstenrade; 's Gravenvoeren; Boirs; Homburg; Saint Jean Sart; Luik Ste. Foi; Luik Filles de la Croix; Luik St. Walburga; Wijck-Maastricht; Elsloo; Vliermaal; Liers; Heks; Vreren; Alleur; Cheratte en Charneux, terwijl er tevens heel wat restauraties uitgevoerd werden in bijna alle stadskerken van Maastricht, Luik en Verviers. Luik Filles de la Croix Menig historisch instrument is van de ondergang bespaard gebleven door de voor die tijd van een zeker respect voor het oude getuigende opmerkzaamheid van de beide bouwers. Niet alles werd klakkeloos vernieuwd, zoals zeer veel gebeurde in die dagen. Veel oud materiaal werd opnieuw gebruikt bij restauraties, naast uitbreidingen met romantische stemmen zoals salicionalen, open fluiten, e.d. De orgels van Gronsveld en van de Lutherse Kerk te Maastricht bijvoorbeeld werden uitgebreid met een zelfstandig pedaal, terwijl veel historische registers gehandhaafd bleven. Dat geldt ook m.n. voor de orgels van de Onze Lieve Vrouwe- en de Servaasbasiliek, dat van de Waalse Kerk en dat van de Mathiaskerk te Maastricht. Men vergelijke de rol van de orgelbouwers P. & L. het beste met die van de grote bouwmeester uit die tijd, dr. Pierre Cuypers. Men kan wellicht commentaar leveren op zijn nogal rigoreuze werkwijze bij sommige restauraties (bijvoorbeeld bij de Roermondse Munsterkerk), men dient echter steeds eraan te denken, dat zonder deze man vele historische gebouwen voor eeuwig verloren zouden zijn gegaan, men dient zijn "aanpassingen" in het licht te zien van die tijd, nog zonder de historische kennis van tegenwoordig, zonder de talloze bronnen waaruit wij thans kunnen putten dankzij de grotere communicatie alsook de grotere bereisdheid van de mens vandaag.

Wat voor ons nu vanzelfsprekend lijkt, het respect voor het historische erfgoed, was in de negentiende eeuw, het tijdstip van de industriële revolutie en de grote vernieuwingen welke daarmee gepaard gingen, nog een onbekend gegeven. In die tijd dacht men meer aan heden en toekomst dan aan het verleden. Pas nu in deze eeuw een kentering is opgetreden na de explosie van nieuwe stijlen in de kunst en mede als gevolg daarvan een herbezinning op gang is gekomen hoe het nu wel verder moet, lijkt de mens weer meer interesse in het verleden te hebben, net als enige eeuwen daarvoor in de Renaissance, toen de mens "verlicht" werd door de Antieken na de periode van de "duistere" Middeleeuwen. In dit licht kan men ook het oeuvre van de orgelbouwers Pereboom & Leijser zien. In de beginjaren is hun stijl te karakteriseren als gematigd behoudend. Hun eerste orgels doen nog denken aan orgelbouwers uit de eerste helft van de vorige eeuw, zoals Binvignat en Loret. Toch experimenteren zij reeds vroeg en veranderen disposities naar eigen inzicht. Ook bij restauraties ging men heel anders te werk als tegenwoordig, al was er zoals gezegd een zeker respect voor hetgeen al aanwezig was. Ondanks de gelijkenis met laatachtiende eeuwse orgels is de aanpak van P. & L. toch al meteen vanaf het begin anders. De nadruk lag niet meer zo zeer op de aliquootstemmen (kwint en tertsregisters) zoals bij Joseph Binvingat, de maker van het orgel der Maastrichtse Mathiaskerk, doch veeleer bij de strijkers, met de nadruk op achtvoetsgrondstemmen. Het pedaal is veelal aangehangen en heeft zelden meer dan drie zelfstandige stemmen, de montre of de sousbasse 16', de open Flûte en soms ook de bombarde. De opzet bij de orgels vanaf 1860 verandert geleidelijk, met meer en meer de nadruk op het symfonische, onder invloed van de in Frankrijk opererende Aristide Cavaille-Coll. Toch zijn er ook in die tijd uitzonderingen met een meer klassieke opzet.

Luik Ste. Foy

Hoogtepunten van de symfonische orgelbouwstijl zijn het orgel van de Martinuskerk te Wijck-Maastricht (1878) en dat van de Luikse Sainte Foi (zie foto hiernaast), dat helaas in deplorabele toestand verkeert. Het orgel te Wijck bezit 30 registers verdeeld over drie manualen plus pedaal; zweltrede en een appel d'anches. Het orgel heeft 6 tongwerken en is daarmee het grootste instrument dat Pereboom & Leijser gebouwd hebben, afgezien van de ingrijpende restauratie van het orgel van de Maastrichtse Servaasbasiliek. Een schitterend orgel dat kenmerken van zowel de klassieke als van de symfonische opzet bezit, eveneens te beluisteren op deze CD, staat in de Augustinuskerk te Elsloo (1876). Het waren de topjaren van de firma, met vele opdrachten in een gebied dat zich uitstrekt van Nijmegen tot in de Ardennen; van Verviers tot Brussel, met daarbij onder hun hoede vele van de belangrijkste instrumenten van het Maasland, vooral in de grote steden in genoemd gebied. Veel van de door P. & L. gebouwde instrumenten bestaan nog steeds, een blijk van hun kunde. Weliswaar zijn veel instrumenten er slecht aan toe, nog steeds kan men zich van de eigen stijl overtuigen, bij orgels, hoe klein dan ook; van de mooie toonvorming van de stemmen; de toewijding en zorg welke aan de orgels werd besteed, ook bij kleine instrumenten.

(Tekst van cd TRA 1997-01)

 

 

Naamplaatje Veldwezelt

Naamplaatje Veldwezelt (B)

 

 

ORGEL IN DE AUGUSTINUSKERK TE ELSLOO

 

Dispositie van het orgel in de Augustinuskerk te Elsloo (1876)

 

Grand Orgue Cg3
Bourdon 16 p
Montre 8 p
Flûte 8 p
Viola di  Gamba 8 p
Bourdon 8 p
Prestant 4 p
Flûte 4 p
Doublette 2 p
Fourniture III
Cornet sup. V
Trompette 8 p
Clairon 4 p

Positif Cg3
Bourdon 8 p
Salicional 8 p
Melophone 8 p
Flûte trav. sup. 8 p
Prestant 4 p
Flûte 4 p
Dolce 4 p
Basson 8 p

Pedale C -d2
Montre 16 p
Flûte 8 p
Bombarde 16 p

    Elsloo

Het orgel te Elsloo (L)

 

 

Naamschildje Vreren
Naamschildje Saint-Jean-Sart


Naamschildje Vreren (B)


Naamschildje Saint-Jean-Sart (B)

 

 

 

ORGEL IN DE MARTINUSKERK TE WIJCK-MAASTRICHT

 

Dispositie van het orgel in de Martinuskerk te Wijck-Maastricht (1877)

 

Grand Orgue Cg3
Montre 16 p
Bourdon 16 p
Montre 8 p
Bourdon 8 p
Viola di Gamba 8 p
Flûte harm. 4 p
Prestant 4 p
Fourniture III
Cornet V
Trompette 8 p
Clairon 4 p

Positif C -g3
Bourdon 16 p
Montre 8 p
Bourdon 8 p
Salicional 8 p
Melophone 8 p
Prestant 4 p
Flûte 4 p
Trompette 8 p

Recit c -g3
Bourdon 8 p
Flûte harm. 8 p
Salicional 8 p
Flageolet 2 p
Hautbois 8 p
Voix humaine 8 p

Pedale C -d3
Montre 16 p
Flûte 16 p
Quintaton 5 1/3p
Bombarde 16 p

Martinuskerk Wijck

           Het P & L orgel van de
           Martinuskerk gezien van beneden

 

 

     Speeltafel Martinuskerk Wijck

Speeltafel van het Pereboom & Leijser orgel in the Martinuskerk te Wijck-Maastricht

 

 

Cover P&L-book

Het boek "Pereboom en Leijser, Orgelmakers uit Maastricht" verscheen in 1998 en werd gepresenteerd samen met de 1ste CD van Ton Reijnaerdts tijdens het Orgelfestival Limburg.

Het boek werd in november 1998 gerecenseerd in "de Orgelvriend" en werd van harte aanbevolen omdat het als lees- én als kijkboek boeiend is". Een andere recensie stond in het Belgische orgeltijdschrift "Orgelkunst" (de editie van maart 1999), waarin de recensent zegt: "De auteurs stellen: "Dit boek is een muziekhistorische en instrumentenbouwkundige studie, die voor organisten en orgelliefhebbers veel interessants bevat" - Voor mij persoonlijk wordt het nog meer dan dat: een onmisbaar naslagwerk".

Dit boek is een zeer interessant en goed gefundeerd werk waarin u kunt lezen over de firma and haar lotgevallen. Diverse onderwerpen worden zeer uitvoerig behandeld. Het boek werd door de stichting S.O.L. uitgegeven en was een initiatief van Henk van Loo, secretaris van de S.O.L. in samenwerking met Ton Reijnaerdts die alle orgelfoto's maakte (ca. 200) en Frans Jespers die de tekst schreef, welke een weelde aan informatie bevat, ideaal voor de orgelliefhebber die zich meer wil verdiepen in het onderwerp orgel. In ieder hoofdstuk is ook een samenvatting opgenomen in het Frans.