Reviews & Press |
![]() |
![]() |
Trois Chorales, César Franck (TRA 2005-03)
"De Orgelvriend" (meinummer 2006)
"Er is de laatste tijd een verheugend grote belangstelling voor de orgelwerken van César Franck, waarbij ook het "kleine werk" niet wordt vergeten. Ton Reijnaerdts zorgt voor een zeer geslaagde bijdrage op dit gebied, waarbij hij zich heeft beperkt tot de werken uit Franck's sterfjaar 1890. De opnamen van de Trois Chorals zijn gemaakt op het mooie orgel in de Onze Lieve Vrouwekerk in Brussel-Laken. Het instrument is in 1872-1874 gebouwd door Pierre Schyven en onderging de laatste restauratie door Patrick Collon. Het spel van Reijnaerdts 'ademt' op natuurlijke wijze en er gaat een weldadige rust van uit. De climaxen zijn mooi geïntegreerd in de omliggende gedeelten, waarbij ieder effectbejag is vermeden. Zeer welkom is de grote selectie uit Francks 'verpozingsmuziek', zijn verzameling l'Organiste. Van de in totaal 63 stukken worden er 17 gepresenteerd, waarbij de volgorde voor afwisseling zorgt. Voor de opname koos Reijnaerdts het uit 1874 stammende Pereboom & Leijser-orgel in de St.-Augustinuskerk te Elsloo in Limburg. Hij is voorstander van vlotte tempi, zodat in deze uitvoeringen het muzikanteske overheerst. De opname is vrij direct, waarbij een intieme sfeer wordt opgeroepen en de bestemming voor het harmonium wordt onderstreept. Bij enkele stukken is sprake van wat meer volume, wat de afwisseling bevordert. De uitgave van Ton Reijnaerdts bevat een goede toelichting door de organist zelf en een opgave van de dispositie van de twee orgels."
(Cornelis van Zwol)
"Trouw" (september 2006)
"Binnen de Limburgse orgelwereld is Ton Reijnaerdts een unieke en bescheiden figuur. Hij heeft niet zelf een groot instrument als vaste werkplek, maar presenteert zich overwegend via cd's. Deze produceert hij zelf, inclusief de editing, het schrijven van het booklet, de fotografie en de vormgeving. Het resultaat mag gehoord en gezien worden. Op deze cd bespeelt hij twee orgels in werken van César Franck. Voor de Trois Chorals toog hij naar het indrukwekkendste laat-romantische orgel dat in België te vinden is: het Schyven-Van Bever-orgel in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Brussel-Laken. De Trois Chorals klinken er monumentaal en poëtisch op. Ton Reijnaerdts weet de grote structuren goed hoorbaar te maken. Voor het kleinschalige werk, een keuze van 17 deeltjes uit de bundel l'Organiste, ging Reijnaerdts naar het sterk Frans georiënteerde Pereboom en Leijser-orgel in de St.-Augustinuskerk te Elsloo."
(Christo Lelie)
"Reformatorisch Dagblad" (18 april 2005)
"Een Frans onderonsje in het Limburgse land: Ton Reijnaerdts speelt Frans repertoire op het door de Fransman Mutin gebouwde orgel in Panningen. Een klein instrument dat tien stemmen en twee transmissies op het pedaal kent. Niet alle orgels van bescheiden omvang zijn interessant genoeg voor een cd-opname, maar dit instrumentje weet de aandacht meer dan een uur gevangen te houden. Het orgel kan monumentaal klinken, maar fascineert vooral in kleine bezetting.
Reijnaerdts presenteert het instrument met romantische muziek van Franse bodem. Meest werken die zowel op orgel als harmonium uitgevoerd kunnen worden. César Franck en Louis Vierne maakten naam met het componeren van monumentale koralen en symfonieën, maar stonden ook in het schrijven van kleinschaliger orgelwerken hun mannetje. Van Vierne klinken acht stukken uit "24 pièces en style libre". Stuk voor stuk fraaie miniaturen met elk een eigen karakter, die Reijnaerdts in het cd-boekje raak typeert: "onstuimig, melancholisch, droevig, waardig, grappig, blijmoedig." Niet alleen op papier schiet de Limburgse organist in de roos: met zijn fijnzinnige én technisch gave vertolkingen treft hij de juiste sfeer. Daarin 'bijgestaan' door registers als Viole de Gambe, Voix Céleste, Flûte Harmonique en Basson-Hautbois.
Ton Reijnaerdts speelt ook zeven delen uit Francks harmoniumbundel l'Organiste, en diens Élévation, Andantino en de bekende Pastorale. Daarnaast voert hij één werk van respectievelijk Pierné, Gigout en Dupré uit. Muziek die organist en orgel op het lijf geschreven blijken te zijn. Een fraaie schijf met een intiem karakter." (Gert de Looze)
"De Orgelvriend" (juli 2005)
"Ton Reijnaerdts vraagt op deze cd aandacht voor "de kleine monumentaliteit" in de Franse romantische orgelbouw en orgelcomposities. Aandacht voor kolossale orgels is er in onze tijd genoeg, maar juist bij het relatief kleinschalige cultuurgoed valt er veel te ontdekken. Reijnaerdts is daar voortreffelijk in geslaagd. Met de opening en het slot van de cd, Prélude van Pierné (de openingstrack) en Dupré's Prélude et Fugue op.7 nr. 3 (knap staaltje virtuositeit!), verkent hij als het ware de grenzen van het instrument. Daartussenin veel repertoire dat voor orgel manualiter (Vierne) of harmonium (Franck) is gecomponeerd. Vooral in Viernes acht Pièces en style libre komen de kwaliteiten van Mutin overtuigend naar voren.
De opnames, door Ton Reijnaerdts zelf gerealiseerd, laat het instrument op een natuurlijke wijze horen. Ook de toelichtingen, Engels en Nederlands, zijn van Reijnaerdts. Het was aardig geweest wanneer de gebruikte registraties erbij hadden gestaan; aan de andere kant: dit orgel is zó transparant dat een béétje organist wel door heeft welke registers er worden gebruikt.
Een fraaie registratie van een bijzonder instrument met daarvoor uiterst geschikt repertoire."
(Gerco Schaap)
"Dagblad de Limburger" (mei 2005)
'Één van de fraaiste orgels van Limburg staat in Panningen. In de kapel van de paters lazaristen bevindt zich een nog helemaal gaaf gebleven instrument dat de Parijzenaar Charles Mutin in 1912 bouwde, een van de belangrijkste figuren uit de beroemde Franse orgelbouwschool van Cavaillé-Coll. Het bijzonder warm en intiem klinkende orgel blijkt perfect geschikt voor de kleinschalige orgelstukken die Franse meesters als Pierné, Gigout, Franck, Vierne en Dupré schreven. Deze componisten staan vooral bekend als scheppers van kolossale, romantisch-monumentale werken die op de symfonische orgels uit die tijd in de grote kerken klinken. Maar, herinnert Ton Reijnaerdts ons, de heren schreven ook intiemere stukken, voor bescheiden pijporgel of ook harmonium. Een mooie greep uit de intieme romantiek uit het oude Frankrijk laat Reijnaerdts op zijn nieuwste cd Voix Céleste opklinken uit het Panningse orgel. Sympathieke, uiterst zorgvuldige inspelingen, met veel gevoel voor sfeer en kleur neergezet. Luister maar eens naar de elegante Pastorale van César Franck: om door een ringetje te halen. Alles is door Reijnaerdts zelf kristalhelder opgenomen op zijn eigen TRA-label." (Wim Doesborgh)
Grande Pièce Symphonique, César Franck and Third Organ Symphony, Charles-Marie Widor, Cavaillé-Coll organ of the Notre-Dame d'Auteuil, Paris (TRA 2003-02)
"Luister", music magazine (April 2004)
"The organ was delivered in 1885 by Cavaillé-Coll and was expanded in 1937 with a positif expressif (III/ped/53). The intonation of the pipe-work was adapted meticulously on delivery, which was virtually a unique occurrence at the time, seeing that unfortunately many other Paris organs did not have this advantage. The fact is that the instrument can be seen as one of the most beautiful Cavaillé's in the French capital. Reijnaerdts plays with great drive, follows stop indications correctly, makes deliberate tempo choices and allows the organ to sound spacious. Monumentality and serenity are in place here." (René Verwer)
"De Rode Leeuw", music magazine (Mai 2004)
"The organ sounds superb on this recording. If there is anywhere that the glory of the romantic French organ can be heard then this is the place! And oh for those works! So much youthful audacity speaks from Franck's greatly conceived Grande Pièce Symphonique, wherein we can find, next to the unmistaken influence of Liszt and Berlioz, yet much authentic Franck. And how beautiful he makes use of the alternation between the Grand Choeur and the Récit. And how beautiful Ton Reijnaerdts plays all of this, without being pedant. His performances radiate authority as well as serenity. The typical C.-C. qualities of the organ are exploited optimally. The supreme moment has yet to come: the beautifully played Third Organ Symphony of Franck's successor at the Paris Conservatory, Charles-Marie Widor, beloved teacher of Albert Schweizer. A special man, who wrote brilliant music, full of polyphone ingenuity and chromaticism, yet with that typical French feeling for colour, perfection and balance. Whatever he plays, be it the 18e century summoning Menuet, the extravagant March, or the virtuoso Finale, Ton Reijnaerdts knows to catch the atmosphere of this music perfectly, with the grand support of this truely formidable organ." (Gerard van der Leeuw)
"Reformatorisch Dagblad " (Mai 2004)
"The full organ sounds jubilant. The booklet truely speaks of 'a formidable balance and a great refinement of the sound'. I think Reijnaerdts has listened well to the phenomenon Jeanne Demessieux. His interpretation, less extreme but with the same drive and energy, demonstrates an exemplary balance between heart and brain. The improvisatory, free form of this daring work is reflected in its very individual and marked performance." (Piet van de Wege)
Monumental Town Organs in Maastricht (TRA 2001-04)
CD 1 - O.L.Vrouwebasiliek, Cellebroederskapel, Lutherse Kerk
CD 2 - Waalse Kerk, Matthiaskerk, Martinuskerk (Wijck)
"Dagblad de Limburger" (April 2002)
"Reijnaerdts plays with verve the organs of the O.L.Vrouwe Basilica, the Cellebroeders Chapel, the Lutherse-, Waalse, Martinus and Matthias churches. Total production (descriptions of organbuilders & history, photography, recordings, design) was managed and executed by Ton Reijnaerdts single-handedly. His brilliantly healthy playing breathes out especially love and craftmanship." (WD)
Widor's 8th Organ Symphony and Dupré's Suite Bretonne (TRA 2000-03)
Trouw" (Aug. 2000)
"The great dynamic contrasts of this organ are beautiful and Reijnaerdts makes thankful use of these"..."Reijnaerdts plays this very difficult music technically accurate, with a good feeling for proportion and greater lines." (Christo Lelie)
"Limburgs Dagblad" (Oct. 2000)
"The Maastricht organist has the right physical and musical qualities to exploit this imposing instrument to the full. Especially dynamically does he know how to optimally utilise all contrast possibilities, while not succumbing to the temptation of too much superficial display." (Jos Frusch)
"Nederlands Dagblad" (Oct. 2000)
"The Maastricht organist Ton Reijnaerdts is a man who can tackle anything. He plays Sweelinck with the same ease as he plays Vierne"..."He plays Widor's music of "titanic" proportions driven"..."nothing but praise. Also Dupré's little known Suite Bretonne I have enjoyed." (Peter Sneep)
"De Orgelvriend" (Nov. 2000)
"It is admirable the way in which Reijnaerdts has taken control over this gigantic English organ, his registrations sound as if he has been playing here for many years and is totally familiar with this instrument. This quite direct recording shows once again that Ton Reijnaerdts is in total control of the organ as well as of the music he plays." (Gerco Schaap)
"Luister" (Jan. 2001) (score: Performance 8 - Recording 8)
"Reijnaerdts' performance of this gigantic composition is convincing and I did not miss the "orgue symphonique". In Rouen the "anches en chamade" are used in the tutti, in Rochester Cathedral on the other hand, the high pressure reeds are the imposing features. The English organs very often are more orchestral than many Cavaillé-Coll's. Reason for Marcel Dupré to adapt his compositions between 1920 and '30 to the Anglo-American organ manufacturing, under which Suite Bretonne." (René Verwer)
"The Organ" (Feb. 2001)
"Of Charles-Marie Widor's ten symphonies the Eighth is without doubt the most imposing"..."It became apparent that the organ was in fact an almost ideal instrument for the music. Its bright choruses with generous upperwork built to an imposing tutti, with less brutality than a Cavaillé-Coll, and there is plenty of colourful flutes and strings to use in the slower works. The modest acoustic of the Cathedral also helps to preserve clarity in what is a technically complex work"..."Ton Reijnaerdts playing is persuasive, stepping above the music's immediate barrier of extreme length to present a unified whole." (Simon Fitzgerald)
"Organist's Review" (Feb. 2001)
"Rochester Cathedral's magnificent organ was almost completely rebuilt in 1989. Atthough still the predominantly English creature that it always was, it lends itself well to the harmonic adventures, contrapuntal complexity and late Romantic colours of Widor's Organ Symphony No 8. The sound is beautifully captured on this recording from the Dutch performer's own production company in Maastricht." (PP)
"Reformatorisch Dagblad" (Feb. 2001)
"Reijnaerdts zet de symfonie overtuigend neer. Vanaf het begin zorgt hij ervoor dat deze late Widor inderdaad als Widor klinkt: massief maar tegelijkertijd fijnzinnig, vol interessante muzikale details, en steeds tot het uiterste geladen. Het grote symfonische plan van dit werk getuigt van Widors meesterschap over de vorm." (P.M. van de Wege)
300 Years of European Organ Music (TRA 2000-01)
"Dagblad de Limburger" (June 2000)
"This CD has been recorded on two delightful instruments, which differ enormously in character: Beek is lyrical and direct, Gronsveld is solemn, distinguished & stately. Both organs are extremely suitable for ancient music. Therefore the performer chose composers Bach, Cabezon, Frescobaldi, Buxtehude, Sweelink a.o. to let the instruments have their full 'pound of flesh'. Playing is clear, well-balanced and musical. Recommended." (Wim Doesborgh)
"De Orgelvriend" (Oct. 2000)
"Ton Reijnaerdts' playing is caring and beautiful in articulation and phrasing, good for 74 minutes of listening enjoyment!" (Hendrik-Jan de Bie)
"Gereformeerd Dagblad" (Oct. 2000)
"Ton Reijnaerdts, the well-known Limburg organist, makes these organs sound admirably"..."T.R. shows himself a warm advocate of early music, while using these two really splendid Limburg organs. A very interesting CD which is warmly recommended." (Elburg, Maarten Seijbel)
"Reformatorisch Dagblad" (Feb. 2001)
"Met twee totaal verschillende cd's bestrijkt de Limburgse organist Ton Reijnaerdts een wijd uitgestrekt orgellandschap: van het "Buxheimer Orgelboek" uit de 15e eeuw tot en met de achtste symfonie van Widor, uit de late negentiende eeuw. Deze gescheiden klankwerelden vergen ieder een geheel eigen stijl van vertolking, en die levert Reijnaerdts, wat op zich al een prestatie is"..."Sweelinck spreekt in zijn Toccata 20 een groot scala van ritmen aan, en dit virtuoze werk krijgt een wervelende, stoutmoedige uitvoering. Reijnaerdts weet met zijn spel ieder stuk een eigen gezicht te geven." (P.M. van de Wege)
"Ton Reijnaerdts plays Pièce Héroïque, Franck & other romantic organ works" (TRA 1997-01)
"De Orgelvriend" (Nov. 1998)
"Ton Reijnaerdts is een universal man. Apart from being an organist he is an excellent photographer, he makes professional recordings and writes his own texts"..."the recordings are excellent. I like Reijnaerdts' play, as it emanates grace and tranquility. He takes time for Vierne's spun-out Arabesque and the Choral from the 2nd Symphony, the suspense never ebbing away"..."These instruments are really stunning. A beautiful product." (Gerco Schaap)
oooooOOOOOOOooooo
DAGBLAD DE LIMBURGER - 16 juli 1998
Klanken uit het middenrijk - Wim Doesborgh
Met het priestertekort en de dreigende sluiting van kerkgebouwen staat ook de toekomst van heel wat kostbare kerkorgels op de tocht. Organist Ton Reijnaerdts uit Maastricht wil dat niet waar hebben en zet zich als promotor, musicus, schrijver en fotograaf in voor de 'koningin der instrumenten'. Ook bij het deze week startende Festival 98 orgelt Reijnaerdts zijn partijtje mee.
Soms is het héél, héél erg. Zoals die keer in de Saint Antoine van Luik, waar Ton Reijnaerdts naar binnen ging om zijn zoveelste orgel te fotograferen. De meeste pannen waren van het dak en Ton moest een helm dragen om niet ter plekke zijn eigen Requiemmis te hoeven meemaken. Duiven en ander gevogelte fladderden af en aan en bepoepten de eens zo glorieuze orgelkast. Met tranen in de ogen knipte Ton zijn plaat. Het zou een kwestie van tijd zijn, besefte hij, tot het orgel totaal verloren zou gaan: de parochie had geen nagel meer om zijn eigen kont te krabben.
'Als we niet oppassen, gaat het in Limburg straks ook die kant uit', profeteert Ton. 'Nu al zie je dat pastoors vier, vijf of nog meer parochies tegelijk moeten bedienen. Straks valt er in het ambt links en rechts geen gat meer te dichten en moeten sommige kerkgebouwen gewoon dicht. Niet de grote stadskerken, daar ben ik niet bang voor. Een Onze Lieve Vrouwebasiliek in Maastricht zal alleen al om zijn onnoemelijke cultuurhistorische waarde altijd overeind blijven. Maar de historische kerken in de kleinere plaatsen zijn niet veilig. En met hen natuurlijk de vaak prachtige orgels.
'De geboortige Roermondenaar Ton Reijnaerdts (43) heeft die liefde voor muziek en orgels al vroeg meegekregen. In Roermond was ome Theo behalve directeur van de fanfare ook invaller-organist in de kathedraal en de Munsterkerk. Als jongetje van negen hoorde Ton hoe ome Theo het orgel liet dreunen, denderen en trompetteren en toen wist hij - dat wil ik ook.
Eén hbs-b en twee muziekstudies later is Ton organist. Én fotograaf, een oude liefhebberij. De laatste vijf jaar heeft Ton als grote passie het vastleggen van al die honderden orgels uit het Limburgse patrimonium. Voor het nageslacht, maar vooral ook om te laten zien welke instrumenten de provincie rijk is. En om aan te geven welke orgels dringend toe zijn aan restauratie.
Het begon een paar jaar geleden met de fotografie voor het cd-boekje Historische Orgels in Limburg van de Stichting Samenwerkende Orgelvrienden, waarvoor initiatior Henk van Loo uit Urmond Ton vroeg een paar foto`s te maken. En Henk en Ton kregen de smaak te pakken. Binnen enkele jaren willen ze alle orgels vastleggen in het gebied dat in een straal van een slordige honderd kilometer rond Maastricht ligt. Van Brussel tot Brühl en van Nijmegen tot de Ardennen. Een monsterproject dus. 'Maar ik voel me verplicht het te doen', zegt Ton. 'Het is zoiets als een saluut aan mijn komaf, mijn wortels. Weet je, ik voel me een echte representant van het 'middenrijk', de streek waarin wij nu leven, dat ontstond na de dood van Karel de Grote in 814.
Karels machtige imperium viel uiteen toen zijn drie zonen het rijk deelden. Er kwam een westelijk 'Frans' gebied, een oostelijk 'Duits' deel en daartussenin een middenrijk, een mengsel van zeg maar franco- en allemanneninvloeden. Dat heeft voor altijd de cultuur in deze Maasstreek bepaald. Die menging van Duitse en Franse trekjes zie je in de volksaard, de architectuur, en ook in de muziek. César Franck, zijn ouders kwamen geloof ik uit Gemmenich, is zo`n vertegenwoordiger uit het middenrijk. Zijn werk, orgelmuziek maar ook de rest, ademt die typische mengeling van Franse en Duitse elementen. Vind je het gek dat ik, voortgekomen uit dezelfde streek, me zo sterk verwant voel met Francks werk? Prachtige muziek is het, heel nobel in al zijn eenvoud.
'Onlangs heeft Ton Reijnaerdts zijn eerste cd uitgebracht.
Orgelspel, opname, begeleidende tekst, fotografie, uitgave en distributie - alles uit eigen keuken. Met muziek van Franck, Vierne, Widor en Gigout. Voor de opnames trok Ton naar de orgels van de St.-Martinuskerk in Wyck (Maastricht) en de St.-Augustinuskerk in Elsloo. Niet toevallig trouwens. Het gaat om twee imposante orgels van de hand van de firma Pereboom & Leijser, twee orgelbouwers- en restaurateurs die tussen 1850 en 1899 in Maastricht werkten en heel wat orgels in de regio opknapten of nieuw bouwden. 'Ook alweer twee typische figuren uit deze streek, met een lichte hang naar de Franse cultuur. Ik weet dat de mensen vaak zeggen dat Pereboom & Leijser niet zozeer oude orgels hebben gerestaureerd alswel verknoeid met eigenzinnige, romantische aanpassingen. Maar dat is te zwart-wit geredeneerd. Het restaureren moet je in het licht van de vorige eeuw zien. Heel wat orgels waren onherroepelijk verloren gegaan als Pereboom & Leijser zich er niet mee hadden bemoeid. En dat ze de klank van de instrumenten aanpasten aan de smaak van de tijd, is typisch voor die eeuw. Het gedetailleerde bronnenonderzoek naar bijvoorbeeld barokorgels is pas iets van de laatste decennia.
'Waar Pereboom & Leijser zich konden uitleven bij de bouw van een nieuwe kerk, staan volgens Ton Reijnaerdts de mooiste exemplaren van het duo. Zoals in de St.-Martinuskerk van Wyck, waar een groots, symfonisch instrument voor romantische werken staat. 'Daar moet je geen Bach doen, maar een Franck of Widor, dat klinkt er majesteitelijk.' Wie het Wyck-orgel in al zijn glorie wil horen klinken, bezoekt vrijdag 31 juli de kerk, waar Ton een concert geeft met muziek van Langlais, Vierne (de tweede symfonie), Tournemire en Franck. Die dag wordt ook een nieuw boek gepresenteerd over leven en werken van Pereboom & Leijser. Frans Jespers schreef de tekst, Ton Reijnaerdts zorgde voor de vele foto`s. 'Met boeken, cd`s, maar vooral de concerten zoals nu in het Orgelfestival hopen we genoeg mensen ervan te overtuigen dat het voor heel wat orgels nu alle hens aan dek is. Redden wat er nog te redden valt van een ontzaglijk rijk cultuurbezit. Dat is het ideaal dat ik me de rest van mijn organistenleven als vast doel heb gesteld.'
oooooOOOOOOOooooo
DAGBLAD DE LIMBURGER - 7 august 1998
Tussen zwelkasten en overblazende fluiten - Wim Doesborgh
Echte vernieuwers waren het niet, de orgelbouwers Pereboom & Leijser, die tussen 1850 en 1900 in Maastricht werkten. Een paar honderd orgels bouwden ze in de regio Midden- en Zuid-Limburg en het Vlaams-Waalse grensland en daarbij bleven ze steeds provinciaal en conservatief denken. Natuurlijk, ginder in Parijs waren orgelmakers aan het werk die allerlei vernieuwingen doorvoerden waar de late romantiek om vroeg.
Pereboom & Leijser daarentegen kenden hun grenzen, gingen stug door op eigen koers en pikten alleen de sterke kanten van bouwers als Merklin, Clerinx en Loret. Bovendien gebruikten Pereboom & Leijser niet altijd topmateriaal voor hun orgels. Geldgebrek in vooral kleine parochies en koopmanszin van de orgelmakers zelf speelden daarbij een belangrijke rol. Ze moesten hier en daar zelfs genoegen nemen met het feit dat het orgel op enkele punten van middelmatige kwaliteit zou zijn. Toch is het werk van de twee Maastrichtenaren van grote waarde geweest voor de regionale orgelbouw. Frans Jespers, Henk van Loo en Ton Reijnaerdts tonen dat duidelijk aan in hun boek Pereboom & Leijser, orgelmakers te Maastricht. De kwaliteit van hun orgels, zowel wat betreft de disposities (het maken van de verschillende stemmen en klanken, het eigenlijke speelwerk) als de orgelkast (de nu eens sobere, dan weer prachtig versierde houten 'jas' waarin het instrument is geplaatst), is steeds hoog en, vooral, tijdsbestendig gebleken. Omdat Pereboom & Leijser orgels bouwden in een tijd dat romantische klanken in zwang waren, bleven de instrumenten tot op de dag van vandaag algemeen acceptabel. Dat de bouwers ook bestaande, oude instrumenten uit bijvoorbeeld de baroktijd restaureerden en daarbij ingrijpend veranderden, moeten we zien in de geest van de vorige eeuw. Hadden Pereboom & Leijser hun 'zonde' niet begaan, dan waren heel wat kerkorgels allang verdwenen. Het door de Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg uitgegeven boek behandelt het werk van de Maastrichtse orgelmakers uitputtend. Zozeer zelfs dat we hier en daar struikelen over al die zwelkasten, fournituren, prestantenkoren, sexquialtera's, nasards, vulstemmen, tongwerken en overblazende fluiten. Daar staat tegenover dat voor het eerst alle bestaande Pereboom & Leijser-orgels in beeld zijn gebracht, zowel fotografisch als qua opbouw. Ook de orgelcultuur in Limburg, de lotgevallen van de families Pereboom en Leijser, de werkwijze van de bouwers en de typische kenmerken van hun bouwkunst komen ruim aan bod. 'De krachtige en afgewogen bouw van de orgels met hun sonore, stralende klankkroon en de dikwijls fraaie vormgeving - dit alles bewerkstelligd met tamelijk eenvoudige middelen - dwingen nog steeds onze bewondering af', concluderen de auteurs. Daar is geen woord Frans bij.
Frans Jespers, Henk van Loo en Ton Reijnaerdts: Pereboom & Leijser, orgelmakers te Maastricht.-Uitg. Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg, 256 blz. ISBN 90-70807-48-3, prijs 39,95 gulden
oooooOOOOOOOooooo
NEDERLANDS DAGBLAD
De 'vergeten' orgelprovincie van Nederland - Peter Sneep
Pereboom & Leijser - orgelmakers te Maastricht. Frans Jespers, Henk van Loo en Ton Reijnaerdts. Uitg. Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg, Maastricht. Ton Reijnaerdts plays Pièce Héroïque, Franck & other Romantic Organworks. Label: TRA 1997-1.
Als je in Maastricht van de binnenstad naar het station loopt, zie je links de fraaie neogothische St. Martinuskerk in het stadsdeel Wijck staan. Wie er binnengaat - het gebouw is overdag gewoon open - komt in een oase van rust terecht. Hoog boven in de kerk verheft zich het orgel. Het front ervan, en ook de sfeer van de kerk, geeft je de indruk in een Franse kathedraal te zijn.
De orgelmakers Pereboom & Leijser bouwden het orgel in 1878. Theodoor Pereboom en Jean Leijser begonnen hun Maastrichtse bedrijf in 1850. In datzelfde jaar was orgelmaker Bigvignat overleden. Leijser en Pereboom kochten uit diens nalatenschap orgelmakersgereedschap. De twee waren geen opvolgers van Binvignat. Binvignat bouwde in de klassieke traditie. De twee companen sloegen met het opgekochte gereedschap een romantische weg in, geheel volgens de smaak van de tijd. Pereboom & Leijser bouwden vooral in de regio rond Maastricht en Luik. Veel van hun werk is er nog, al hebben heel wat instrumenten dringend onderhoud en herstel nodig. Frans Jespers, Henk van Loo en Ton Reijnaerdts doken in de geschiedenis van het bedrijf en schreven er een boek over. Ongeveer de helft van het boek bestaat uit foto's en disposities. De orgelliefhebber kan zijn hart eraan ophalen.
Wie een indruk wil krijgen van de klank van Pereboom & Leijser-orgels kan terecht bij de opnamen die Ton Reijnaerdts maakte op twee instrumenten van de compagnons. Ze staan in respectievelijk de St. Augustinuskerk in Elsloo en de St. Martinus in Maastricht-Wijck. Dat laatste is met zijn dertig stemmen en drie klavieren het grootste uit het oeuvre. Reijnaerdts voert al spelend een warm pleidooi voor de instrumenten van de twee bouwers. Robuuste en intieme klanken wisselen elkaar af. Boek en cd zijn uitgebracht door de Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg. De provincie Groningen heet onder orgelliefhebbers 'de orgeltuin'. Toch is ook het orgellandschap in Limburg zeker de moeite waard. Wie in Limburg met vakantie gaat, kan deze zomer weer allerlei concerten en orgeltochten bezoeken in het kader van het Limburgs orgelfestival dat de stichting jaarlijks organiseert.
oooooOOOOOOOooooo
DAGBLAD DE LIMBURGER - 20 juli 2000
Hard fietsen voor een orgelsymfonie - Wim Doesborgh
Vijf jaar al liep hij met het plan rond. De uitvoering van de achtste orgelsymfonie van Charles-Marie Widor is natuurlijk titanenwerk - dat kost veel voorbereiding. Niet voor niets dat bijna geen organist eraan gaat. Maar hij zóu en moést het werk uitgevoerd krijgen, om er dan gelijk een cd-opname van te maken.
Organist Ton Reijnaerdts uit Maastricht had echter pech. In de wijde omgeving was geen orgel te vinden om de monumentale, bijna uit zijn voegen barstende orgelmuziek van de Franse laat-romantische meester te kunnen spelen. Drie klavieren, zweleffecten, uitgebreid pedaalspel en een groot aantal stemmen: eigenlijk zou alleen het orgel van de Maastrichtse St.-Servaasbasiliek krachtpatserig genoeg zijn. Maar Reijnaerdts was niet welkom in de Servaas. Het kerkbestuur wil geen vreemde spelers op de orgelbank, luidde het oordeel.
Ton Reijnaerdts was aangeslagen, maar hij had een idee. Zijn zus woont al jaren in het Engelse Kent en kent de omgeving daar. Ook de beroemde kathedralen met hun imposante orgels. Via haar lukte het Reijnaerdts in contact te komen met de leiding van de kathedraal van Rochester, onderdeel van Medway Towns bij Londen. In deze op één na oudste kathedraal van Engeland (11e eeuw) staat een reusachtig orgel, oorspronkelijk gebouwd door Samuel Green in 1791, later verschillende keren gerestaureerd, de laatste keer door Mander in 1989.
"Een geweldig instrument met veel mogelijkheden', glundert Reijnaerdts. "Zeker om de werken uit het einde van de negentiende eeuw uit te voeren. De achtste symfonie van Widor, moet je weten, is een zeldzaam expansief werk. Echt een stuk dat past in de tijd dat de Industri‘le Revolutie haar beslag had: sterk vernieuwend, de grenzen aftastend, muziek op grote schaal. De symfonie, met zijn zeven delen en een speeltijd van bijna een uur, is een hoogtepunt in de orgelliteratuur. Het is een symfonie van het soort dat Bruckner schreef, maar dan voor orgel. Om het werk te kunnen spelen, moet je over een uitstekende, om niet te zeggen atletische conditie beschikken, vanwege de zwaar te bedienen orgelpedalen. Wil je wel geloven dat ik een jaar voorbereiding nodig heb gehad? Niet alleen om het stuk technisch onder de knie te krijgen, maar ook om me fysiek voor te bereiden. De laatste maanden heb ik duizenden kilometers op de racefiets gezeten om fit aan de start te komen. Voor Widor bleek het spelen van zijn eigen muziek geen probleem. Kijk maar naar de foto's die van hem zijn genomen toen hij al tegen de 90 was. Je ziet een uiterst vitale man, kaarsrecht opgericht, met een grote waardigheid. Maar wij, gewone organisten, moeten knokken. Vooral het pedaal, vaak met twee voeten tegelijk te bespelen, vergt het uiterste van een organist. Logisch dat je deze symfonie nooit hoort uitvoeren. Bij mijn weten zijn er maar twee opnames van.
In elk geval is daar sinds deze week een gloednieuwe opname van Ton Reijnaerdts zelf bijgekomen. Een unieke opname, omdat de musicus de hele productie van A tot Z zelf heeft verzorgd. Het instuderen, de organisatie in Engeland, de opnames, de fotografie, de tekstinformatie en de cd-productie. Het heeft hem een flinke duit gekost en het is de vraag of hij uit de kosten komt. "Maar anders had ik gewoon weer een cd met bekende orgelstukken van Bach of Mendelssohn moeten maken. En dat is natuurlijk geen uitdaging: er zijn al genoeg Bach-cd's. En om die uitdaging, daar gaat het mij om."
oooooOOOOOOOooooo
DAGBLAD DE LIMBURGER
Servaaskerk wil niet op Maastrichtse orgel-cd
Wim Doesborgh
MUZIEK - Het plan van de Maastrichtse organist Ton Reijnaerdts om alle historische orgels van zijn stad samen op één cd te vereeuwigen, dreigt spaak te lopen. Het bestuur van de voornaamste kerk, de Sint Servaasbasiliek, wil geen medewerking verlenen, omdat het opnemen van cd's niet in het 'terughoudend beleid' past ten opzichte van niet-kerkelijke zaken.
Bestuurslid en kerkmeester Frits Mennens bevestigt dat het kerkbestuur van de Sint Servaas niet staat te springen om zaken als cd-producties, ook al hebben die een cultureel karakter. Officieel, zegt Mennens, weet het bestuur niets van een verzoek van Reijnaerdts, maar in een eerder aan Reijnaerdts verstuurde brief blijkt dat de organist wel degelijk al een verzoek heeft ingediend. Mennens laat Reijnaerdts weten niet op zijn verzoek te kunnen ingaan "omdat ons kerkbestuur wordt overspoeld met zulke aanvragen'. Mennens vindt dat toegeven aan alle verzoeken voor orgelbespelingen en cd-opnames van de kerk een concertzaal zouden maken. "De basiliek van Sint Servaas is geen theater en wil dat ook niet zijn', aldus Mennens in zijn brief.
Ton Reijnaerdts is zo goed als rond met de opnames die hij op de oude orgels van de Sint Martinus, de Onze Lieve Vrouwebasiliek, de Sint Matthias, de Cellebroederskapel, de Waalse-, de Lutherse- en de St.Janskerk heeft gemaakt. "Genoeg materiaal voor een dubbel-cd, maar het is natuurlijk zonde dat de hoofdkerk van Maastricht daar als enige niet bij zit', treurt Reinaerdts. Hij is nu van plan met het beschikbare materiaal een 'deel 1' te maken en straks, als misschien nog iets te regelen valt met de Sint Servaas, met de ontbrekende orgelklanken een 'deel twee'.
"Wat dat laatste betreft moet Reijnaerdts niet te optimistisch zijn", adviseert Marcel Verheggen, vaste organist van de Sint Servaas. "Het kerkbestuur is strak in zijn beleid, heb ik begrepen. Ze zullen dus niet zo maar overstag gaan. Het is trouwens niet zo dat ons orgel niet op cd staat. Ik heb zelf voor enkele producties, zoals het afscheid van organist-cantor Jean Wolfs vorig jaar, het Servaas-orgel bespeeld. Maar ik denk dat Reijnaerdts er beter aan had gedaan het hele project in samenspel met de plaatselijke orgelkring, Pro Organo, op te zetten. En dan samen met de collega-organisten. Dan had Reijnaerdts mijns inziens méér kans op succes gehad", aldus Verheggen.
woensdag 19 december 2001
oooooOOOOOOOooooo
DAGBLAD DE LIMBURGER
LEZERSBRIEVEN
Gemeenschapsgeld
Servaaskerk wil niet op Maastrichtse orgel-cd
Toen na de uiterst geslaagde restauratie van de Servaasbasiliek het orgel als herboren tevoorschijn kwam, bleven de uitstekende kwaliteiten van het deels vernieuwde instrument niet lang onopgemerkt. Inmiddels heeft dit imposante orgel bij liefhebbers in binnen- en buitenland faam verworven vanwege zijn magistrale Frans-romantische klank. In tegenstelling tot wat je zou verwachten zijn er sinds het inauguratieconcert van Olivier Latry slechts enkele radio- of cd-opnamen gemaakt en worden er jaarlijks hooguit vijf concerten op dit instrument gegeven. Organisten staan in de rij om hier opnamen te mogen maken, maar het kerkbestuur wijst de meeste verzoeken af. Met deze starre en arrogante houding geeft het bestuur blijk van weinig inzicht in de rijke orgelcultuur die vaak nauw verweven is met de cultuur binnen de katholieke kerk.
Het kerkbestuur is schijnbaar vergeten dat de restauratie destijds met gemeenschapsgeld gefinancierd werd en dat de niet subsidiabele restauratie van het orgel, mede dankzij de opbrengst van het Preuvenemint, kon worden gerealiseerd.
Huub Paulissen, Cadier en Keer - zaterdag 05 januari 2002
oooooOOOOOOOooooo
DAGBLAD DE LIMBURGER
LEZERSBRIEVEN
Gemeenschapsgeld
Daar blijft je verstand toch bij stilstaan, het bericht dat Ton Reijnaerdts botweg geweigerd wordt opnamen te maken op het Servaas-orgel voor culturele doeleinden. De kerk en het orgel in Maastricht zijn jaren geleden met miljoenen gemeenschapsgeld gerestaureerd. U en ik hebben daaraan als belastingbetaler dik meebetaald, en nu meent het kerkbestuur van de Sint-Servaas de orgelsleutel achter slot en grendel te kunnen houden?
Het wordt hoog tijd dat er aan het verstrekken van subsidiegeld voor het restaureren van orgels van rijkswege voorwaarden worden verbonden. Bijvoorbeeld bij het beschikbaar stellen van het instrument voor culturele doeleinden.
En dan bedoelen we niet voor de elitaire serie 'l'Europe et l'Orgue', waarvoor vrijwel uitsluitend buitenlandse organisten worden gevraagd. Nee dan doelen orgelliefhebbers op sympathieke initiatieven zoals de heer Reijnaerdts die ontplooit. Waarom zouden dergelijke orgelklanken niet vrij te beluisteren zijn?
Gerco Schaap, Baarn - zaterdag 12 januari 2002